‘Schulden’, ‘je trots gaat eraan’, ‘vernederend’. Dit zijn enkele uitspraken die vallen als kwartiermaker Yamina el Ghali namens de gemeente Amsterdam in een groepsgesprek vraagt: ‘Wat betekent armoede?’ Dat armoede een probleem is in Amsterdam West blijkt uit de cijfers van het WPI (Werk, Participatie en Inkomen). Maar wat kan de gemeente eraan doen?

Buurtbewoner Yamina (37) is door de gemeente Amsterdam West ingehuurd als kwartiermaker in de Jan Maijenbuurt. ‘Als kwartiermaker breng ik met een team professionals en vrijwilligers in kaart wat voor problemen er precies zijn rondom hardnekkige armoede. Daarvoor bellen we bij mensen aan, organiseren we inloopspreekuren en groepsgesprekken.’ De gemeente constateert dat mensen met een laag inkomen de subsidiepotjes die er speciaal voor hen zijn niet gebruiken. Zoals woonkostentoeslag, collectieve zorgverzekering en een jeugdsportfonds. Yamina: ‘Kennen ze de subsidieregelingen wel? En zo ja, waarom maken ze er dan geen gebruik van? We willen weten wat er speelt en hoe we dat kunnen veranderen. Mijn missie is een kerngroep binnen de bewoners van de Jan Maijenbuurt te activeren die de buurt naar een beter en hopelijk armoedevrij niveau tilt.’

De onzichtbaren
De gemeente ziet armoede als een probleem dat breder is dan alleen financiële nood. Ook eenzaamheid en sociaal isolement zijn issues. Yamina: ‘Ik ben net als de vrijwilligers ervaringsdeskundige. Ik ben een tijd alleenstaande moeder geweest zonder werk. Ik weet daardoor wat het betekent om veel alleen te zijn. Ik ben vrijwilligerswerk gaan doen op de school van mijn zoontje en bij de Tagrijn. Sommige buurtbewoners zitten, net als ik toen, in een sociaal isolement. Ze hebben geen vrienden en familie en zitten alleen thuis. Dit zijn de zogenaamde “onzichtbaren”. Wat kunnen we doen om deze onzichtbaren te bereiken en eventueel te helpen? Ze komen niet vanzelf naar ons toe. Met zaken als een koffiekar en inloopmiddagen willen we een plek bieden voor mensen die zich alleen voelen.’

Yamina
Yamina

Doorzettingsvermogen
Deze inloopmiddagen voor mensen in financiële en sociale problemen zouden laagdrempelig moeten zijn. Toch vereist het heel wat doorzettingsvermogen van belangstellenden. Op deze koude en natte woensdagmiddag zijn de medewerkers verlaat, waar door pas 35 minuten na officiële aanvang de deur van het Proeflokaal opengaat. Hier vindt het wekelijkse inloopspreekuur plaats. Mildred (76), gepensioneerd thuiszorgmedewerker en buurtbewoner, staat op het punt weer weg te gaan, maar besluit toch buiten in de regen te wachten. ‘Ik kom hier voor de gezelligheid. Mijn administratie wordt al door de vakbond geregeld, maar ze kunnen je hier met van alles en nog wat helpen. Met subsidieaanvragen of je belastingaangifte, heel handig. Ik heb hun flyer ook aan andere buurtbewoners gegeven maar ja, die moeten wel zelf willen.’  

Van het kastje naar de muur
Dat blijkt nogal een uitdaging, om mensen zelf te laten willen. Of beter gezegd, om ze opnieuw te motiveren. De mensen van Turkse origine die door Yamina bij elkaar geroepen zijn om te praten over armoede zijn boos en teleurgesteld over de gang van zaken bij de gemeente: ‘Soms weten we wel van bepaalde regelingen, maar de gemeente stelt te veel eisen en voorwaarden. Ook worden de voorzieningen later soms weer afgeschaft. Daarmee worden we van het kastje naar de muur gestuurd en niet serieus genomen’, zegt een man van middelbare leeftijd.

Ook eerlijkheid loont niet, volgens een oudere dame: ‘Hoe meer je de gemeente vertelt over je situatie, hoe meer je beperkt wordt. Het is daarom beter je mond te houden. Vroeger kon je bijvoorbeeld drie maanden per jaar naar het buitenland. Nu kan dat niet meer zonder gekort te worden op je uitkering.’ Daarnaast zorgt de kostendelersnorm, waarbij ouders gekort worden op hun uitkering als ze inwonende kinderen hebben, voor spanningen binnen het gezin. Veel mensen hebben hierdoor ruzie met hun kinderen. Volgens de man van middelbare leeftijd moet het ook makkelijker kunnen: ‘De gemeente en de belastingdienst weten alles van ons. Waarom moeten we dan zelf al die regelingen aanvragen? Het zou automatisch moeten gaan.’

Communicatieproblemen
Yamina: ‘Het is heftig om dit te horen, maar ik ben wel blij dat ze het vertellen. Als mensen te vaak afgewezen zijn voor voorzieningen of als ze het geld later moeten terugbetalen dan verliezen ze hun vertrouwen. De gemeente zal hard moeten werken om dit vertrouwen terug te krijgen.’

Een oudere man wil niet meedenken over oplossingen. ‘Ik heb gezondheidsproblemen maar daarover heb ik een meningsverschil met de gemeente. Ik ben zo boos over de gang van zaken dat ik er niet eens over wil praten.’ Yamina: ‘Maar als jullie er niet over willen praten dan kan de gemeente ook niet weten wat ze fout heeft gedaan en hoe ze het kan verbeteren.’ Boosheid lijkt niet het enige communicatieprobleem. In de vertaling van Turks naar Nederlands gaat de nuance verloren. Op de vraag hoe de gemeente armoede kan bestrijden, komen algemene antwoorden als ‘ze moeten jongeren aan het werk helpen’, ‘iedereen gelijk behandelen’ en ‘tienermoeders helpen’.

Hoe dat dan precies moet? Die vraagt blijft in de lucht hangen. Gelukkig heeft Yamina nog bijna een jaar om in haar functie van kwartiermaker antwoorden te vinden.

Deze tekst verscheen in de Jan Eef buurtkrant, december 2016. 
Foto: Maaike Bloem