Negen paar ogen beginnen te stralen als rapdocent Rachid Laamimach (23) aankondigt dat de jongens zo gaan battelen. ‘Battelen, ja!’ roepen de jongens enthousiast. De levenslust en het plezier spatten ervan af tijdens de workshop van Rachid. De rap waar ze aan werken heet SDB, naar Stadsdeel De Baarsjes, waar de jongens (elf tot veertien jaar) wonen.

Rappers
De rappers

Hoe uitbundig het er ook aan toe gaat deze middag, de aanleiding voor het organiseren van deze workshops is minder vrolijk. Enrico Kruydenhof is projectleider jeugd en veiligheid in stadsdeel West. Bij overlast van jongeren in de leeftijd van 7-23 jaar komt hij in actie. Zo ook deze keer. ‘We kregen klachten over sommige jongens van buurtbewoners en van ouders van kleine kinderen. De jongens zouden overlast veroorzaken op het Columbusplein.’

Positieve aandacht
Enrico: ‘Je kunt dit soort situaties oplossen met repressieve maatregelen. Maar ik wilde graag nadenken over hoe we deze jongens en hun vrienden op een positieve manier konden aanpakken. Die kans verdienen ze.’

In dat licht kwam het goed uit dat Enrico en Rachid elkaar ontmoetten op het Alf Laila Walaila-festival in het Erasmuspark. Rachid deed mee met het project Adopteer een ambtenaar, en werd gekoppeld aan Enrico. Rachid was precies de juiste persoon om iets met de jongens te gaan doen. Hij weet hoe zonde het is als je jongeren niet de kans geeft zichzelf te uiten. ‘Ik ben zelf in Bos en Lommer opgegroeid. Er waren geen activiteiten. Daardoor heb ik veel kansen gemist. Toen ik vijftien was, ben ik daarom zelf activiteiten gaan organiseren, waaronder een radiostream via internet. Nu heb ik mijn eigen bedrijf, R-D MUSIC.’

Giechelen en struikelen
‘Boys, luister naar elkaar!’ Rachid slaat regelmatig met vlakke hand op tafel om de lachende en door elkaar schreeuwende jongens tot stilte te manen. Het is zaterdagmiddag, vier uur. De jongens zitten bij elkaar in een tl-verlichte ruimte van de Columbushoek op het Columbusplein. Het zal ze worst wezen of het er gezellig is of niet. Ze hebben elkaar, Rachid en de woorden die op een beat moeten worden gezet. En dat is nog best lastig.

‘Ga door! Het maakt niet uit wat er in je hoofd opkomt, probeer het op het ritme te zetten’, spoort Rachid hen aan als ze zich giechelend en struikelend over woorden door het battelen heen worstelen. Niet alle jongens zijn zich bewust van de alternatieve aanpak van de gemeente. Ouassim (14): ‘We waren op het plein toen Rachid naar ons toekwam om te vragen of we rapworkshops wilden volgen. Waren er klachten van buurtbewoners? Daar weet ik niets van.’ Nordin (14): ‘Niet alle buurten hebben zulke workshops. Wij hebben die kans gekregen. Ik vind het leuk. Het is beter dan alleen maar voetballen op het plein, zeker in de winter als het koud is buiten.’

Gevoel uiten
Of ze de precieze aanleiding kennen of niet, het rappen doet ze zichtbaar goed. Achmed (13) is de producer van het stel: ‘De workshops inspireren me en brengen veel creativiteit naar boven. Ik zou er graag mee doorgaan.’ Rachid: ‘Iedereen heeft talent. Ik wil de jongens helpen dat van hen te ontdekken. Van huis uit hebben ze niet altijd de gelegenheid om mee te doen met sport of creatieve activiteiten.’ Hij gaat bij een van de jongens zitten. ‘Je hebt het mooi verwoordt, maar nu wil ik weten wat het verhaal is. Waarom heb je dat geschreven? Is dat je eigen mening?’ Opnieuw spoort hij de jongens aan: ‘Werk uit je gevoel, waar zit je mee? Alles wat we hier zeggen blijft binnen deze muren.’

Even later zegt Rachid: ‘Rap is meer dan alleen muziek. Er komt taalgevoel bij kijken. Ze vergroten hun woordenschat en hun kennis. Ik ben trots op die jongens. De bedoeling van rap is dat ze hun gevoel kunnen uiten. Ik leer ze dat ze alles mogen zeggen. Ik vond het vroeger ook moeilijk mijn emoties te uiten. Via rap kon ik dat wel.’

Duwtje in de rug
Net als Enrico is Rachid ervan overtuigd dat de jongens juist positieve aandacht nodig hebben, in plaats van een harde aanpak. ‘Het zijn kinderen, die moet je kansen geven. Samen zorgen we ervoor dat de jongens een positieve bijdrage leveren aan de buurt en aan de maatschappij. Het geeft me voldoening als ze vooruit gaan en succes boeken. De bedoeling is dat ze in de toekomst goed functioneren in de maatschappij. Om dat voor elkaar te krijgen moet je hen al van jongs af aan positief stimuleren. Het zijn slimme jongens. Ze hebben alleen een duwtje in de rug nodig, iemand die ze de juiste structuur en begeleiding kan geven. Ik probeer daar met mijn bedrijf een bijdrage aan te leveren.’

Op verzoek van de jongens zijn hun namen gefingeerd. Dit artikel verscheen in de Jan Eef krant, december 2016.
Foto: Maaike Bloem